De Maatschappij van Weldadigheid was een neutrale organisatie, maar stimuleerde wel het kerkbezoek van de kolonisten. Volgens Johannes van den Bosch, de stichter van de maatschappij, was godsdienst een mogelijkheid om het zedelijk peil van de kolonisten te verhogen.
Aanvankelijk werd vooral gebruikgemaakt van de bestaande kerken in dorpen in de omgeving. Kolonisten waren verplicht de kerk te bezoeken. Bij het verzaken van deze verplichting werd een boete van twee stuivers opgelegd. Vanwege de grote afstand naar deze dorpen en de toename van het aantal kolonisten werden er later ook in de kolonies kerken gebouwd.
De kerk van Wilhelminaoord, ook wel het koloniekerkje van Wilhelminaoord genoemd, is een in 1851 gebouwde hervormde kerk ten behoeve van de kolonisten.
Het kerkje en naastgelegen pastorie hebben inmiddels een andere bestemming gekregen.
Bron: www.wikipedia.org