om te zien

Bezoekerscentrum De Wieden

Het centrum informeert de bezoeker over het Nationaal Park Weerribben-Wieden.

Een drijvend vlonderpad van 1 km laat het Wiedenlandschap in een notendop zien.

Langs het pad staat een aantal informatieborden en halverwege is er een bruggetje naar een veentent en een veenschuur, waar de turfwinning tot leven komt.

Achter het bezoekerscentrum staat een kleine molen, een zogenoemde Paaltjasker.

Vroeger stonden er overal in deze regio tjaskers om water uit te malen, zodat de turf die lag te drogen in de veenderijen, droog bleef.

Bij het centrum is een uitstekende theeschenkerij.

De beide ‘kloosters’ in het ambt Vollenhove

Aan de Kloosterweg, de doorgaande weg van het dorp Sint Jansklooster, staat in een weiland naar het ijsbaanterrein een ruïneus muurtje. Dit is een restant van de ringmuur die eens het gebouwencomplex van een middeleeuwse broedergemeenschap omgaf. Het was deze plek die de blinde broeder Johannes van Ommen in 1398 uitkoos om een gemeenschap te stichten in de geest van de Moderne Devotie, een geestelijke en spirituele vernieuwingsbeweging met als grondlegger de Deventenaar Geert Grote (1340-1384). De gemeenschap telde tussen de 40 en 100 broeders.

Sint Jansklooster

Broeders en Zusters van het Gemene Leven

Een gedachte van de Moderne Devotie was dat gemeenschappelijk leven in armoede, eenvoud en soberheid zou leiden tot de verwerving van geestelijke rijkdom. In dit licht werden de zogeheten leefgemeenschappen “Broeders des Gemeenen Levens” en “Zusters des Gemeenen Levens” gesticht. Hierin leefden zowel geestelijken als leken samen in gemeenschap van tafel en goederen volgens de huisregels van armoede, gehoorzaamheid en kuisheid, maar zonder een formele kloostergelofte voor het leven af te leggen. Daarom kan men in strikte zin niet van een klooster spreken, maar wordt een dergelijke gemeenschap een convent genoemd. Ook anders dan in een kloosterorde was er een grotere vrijheid in het gebruik van de volkstaal naast het kerkelijk Latijn.

Getijdenboek met teksten van Geert Grote
Getijdenboek met teksten van Geert Grote

Sint Janskamp

Eén van Grote’s volgelingen was Johannes van Ommen, die met twintig leken, vijf geestelijken en een priester in een leefgemeenschap op de Nemelerberg, de huidige Agnietenberg, bij Zwolle woonde. In 1398 stemde bisschop Frederik van Blankenheim in met een verzoek van de priester en de geestelijken om deze congregatie tot een klooster om te vormen. Van Ommen wilde in zijn vernieuwingsdrang niet gehinderd worden door kerkelijk recht of een kloosterorde en verliet hierop de Nemelerberg. Hij stichtte in 1399 met enkele medebroeders een nieuwe leefgemeenschap in de buurt van Vollenhove. Ze kreeg de naam Sint Janskamp. Onder druk van de kerk en om de nogal losse gemeenschap meer organisatorische zekerheid voor de toekomst te geven, ging ze in 1409 over tot de Derde Orde van Franciscus, genoemd naar Franciscus van Assisi. Vanaf dat moment was het een Tertiarissenconvent. Naar het voorbeeld van de leefgemeenschap op de Sint Janskamp, vestigde zich omstreeks 1405 een vrouwengemeenschap “Oppenberghe” ten oosten van de stad Vollenhove. Dit convent kreeg de naam Clarenberg, vernoemd naar een stadgenote van Franciscus, Clara van Assisi.

Werkzaamheden

Geert Grote had sterk benadrukt dat broeders met hun eigen handen zouden moeten werken voor de kost in plaats van te bedelen om in hun levensonderhoud te voorzien. De broeders van Sint Janskamp legden zich onder meer toe op het afschrijven van liturgische boeken. Naast het vervullen van geestelijke plichten, zoals het onderhouden van een dagelijkse gebedencyclus (getijden), het verzorgen van zieken en het ontvangen van reizigers, hielden de broeders zich bezig met allerlei ambachtelijke werkzaamheden: perkament maken, graanmalen, timmeren en smeden. Tot aan zijn sterven op 1 september 1420 bleef Van Ommen aan het hoofd van het convent staan.

Bezittingen

Zowel Sint Janskamp als Clarenberg verwierf veel bezittingen, vaak in de vorm van een schenking. Daarnaast kwam het regelmatig voor dat iemand die in de congregatie werd opgenomen zijn bezittingen aan de leefgemeenschap schonk. Bestond het goederenbezit van Clarenberg bijna uitsluitend uit losse landerijen, dat van Sint Janskamp betrof voor het merendeel complete erven (boerderijen met bijbehorend land) in de omgeving. Om het graan van de akkerlanden te malen beschikte men over een eigen korenmolen. Zowel Clarenberg als Sint Janskamp beurde veel geldrenten, boter- en graanpachten uit erven en van landerijen in heel het Land van Vollenhove.

Het einde

In de Tachtigjarige Oorlog, bij het beleg van Steenwijk in 1581, werd het convent Sint Janskamp verwoest, om de vijand verschansing in de gebouwen te beletten. De Staten van Overijssel namen de bezittingen in beslag en beheer om de inkomsten “ad pius usus” (voor vroom gebruik) te gebruiken, bijvoorbeeld om salarissen van predikanten te betalen. De zusters van Clarenberg werden na de Reformatie tot hun dood onderhouden. De goederen kwamen onder het gezamenlijke beheer van de magistraat en de Ridderschap van Vollenhove in het college van de Volle Stoel. De conventsgebouwen werden gesloopt en het terrein, de Bagijnenkamp, verkocht. Op de plek van het zusterconvent verrees in 1995 Nieuw Clarenberg, een zorgcentrum voor ouderen. Ook hier bleven muurfragmenten bewaard, maar dan als archeologische resten, ondergronds.

De Grote kerk van Genemuiden bevindt zich op een van de oudste plekken van Genemuiden. Op 14 januari 1275 bezocht bisschop Jan van Nassau de kleine nederzetting om het stadsrechten te verlenen. Bij dat bezoek werd de St. Nicolaaskerk ingewijd. In de loop der eeuwen groeide het stadje en kreeg het haar langgerekte vorm. De kerk stond daardoor niet langer in het centrum maar aan het noordeinde van de bebouwing.

Grote kerk van Genemuiden

Aan het eind van de 15e eeuw beleefde Genemuiden economisch gunstige tijden. Steden brachten dat tot uitdrukking in hoge kerktorens, grote klokken en enorme orgels. Zo ook hier. Het oude orgel werd in 1484 vervangen door een nieuwe en in 1488 betrok men nieuwe klokken bij de beroemde klokkengieter Geert van Wou in Kampen. De oude klokken werden daarbij hergebruikt. Deze beide kostbare investeringen werden gedaan door een bevolking van slechts ongeveer 500 personen

Overijssel ging in 1574 officieel mee met de Hervorming. Deze heroriëntatie van de Kerk op de Bijbel verliep in Genemuiden alles behalve abrupt. De Gereformeerde leer had aanvankelijk sterke concurrentie van het Rooms Katholicisme en Remonstrantisme. Genemuiden kreeg pas in 1593 als een van de laatste kerkelijke gemeentes in de omgeving een predikant.

In 1882/1883 brandde de kerkbuurt af en ging de oude kerk in vlammen op. Op de zelfde plaats verrees de huidige kruiskerk. De toren die eerst aan de westzijde stond, werd toen aan de oostzijde gebouwd. De muren van de toren zijn versierd met reliëfs. Ter gelegenheid van 700 jaar stad in 1975 bood het bedrijfsleven de bevolking het carillon aan, bestaande uit 18 klokken.

Bronnen:   P. Datema: “De beide ‘kloosters’ in het ambt Vollenhove”,

www.canonvannederland.nl, www.wikipedia.org , www.molendatabase.nl, www.natuurmonumenten.nl & www.reliwiki.nl           

om te slapen

Traject

Plaats

Naam

Adres

Contact

Opmerkingen

VIII

St. Jansklooster

Minicamping ‘Het Waterhoentje’

Leeuwte 71

0527246674

0650897839

Zeer betaalbare B&B en Pipowagen

Clarapad gaat er langs

VIII

Genemuiden

In de stad alleen 3 adressen van Vrienden op de Fiets