In veertig dagen groeien naar de vreugde van het leven zoals het is, zo is vasten een pelgrimsweg naar Pasen. In de tijd van heilige Clara van Assisi groeide men zo naar Pasen en in de vastentijd anno 2022 kan men dit nog steeds doen.
“De hebzucht, die mensen uitbuit en de aarde verwoest, VADER VERGEEF”
Bij de heilige Clara en haar Zusters in het klooster van San Damiano in Assisi was vasten een permanent proces van 365 dagen van het jaar. De gezonde Zusters mochten slechts vastenvoedsel tot zich nemen, bestaande uit; water, brood, zout, rauwkost, vruchten, noten, vis en gekookte gerechten, met name peulvruchten, bladgroenten, meelproducten zonder melk en wijn. In de veertigdagentijd was er drie of vier dagen per week alleen water en brood. Op 237 dagen in het jaar mochten zij bij het brood gekookte bonen of koek eten en wijn drinken. In de 13de eeuw, waarin Clara leefde, leidde zij een leven in boetvaardigheid en werd deze kuur in soberheid toegestaan door de Paus.
“Door het vasten wordt ons Godsverlangen voelbaar”
Geven aan grotere noden, solidair zijn en bezinning zijn belangrijke onderdelen van de veertigdagentijd. De vastentijd begint op Aswoensdag en dient ter voorbereiding op het Paasfeest. Deze zogenoemde veertigdagentijd is een periode van bezinning op de feitelijke christelijke levenspraktijk door zich meer open te stellen voor het Woord en/of om solidair te zijn met hen die het moeilijk hebben.
“De begeerte van volken en naties om te bezitten wat niet van hun is, VADER VERGEEF”
De Katholieke Kerk kent zowel het vasten in eigenlijke zin (één volle maaltijd per dag) als de onthouding (geen vlees eten op bepaalde dagen). De Kerk heeft in de loop der eeuwen de regels omtrent het vasten iets versoepeld en heeft ook alternatieve vormen van vasten en onthouding voorgesteld. Op Aswoensdag en Goede Vrijdag wordt er gevast. Op die twee dagen en de andere vrijdagen van de vasten wordt er ook geen vlees gegeten. De bisschoppenconferenties hebben de bevoegdheid het onderhouden van vasten en onthouding nader te bepalen en ook andere vormen van boete zoals liefdadigheidswerken en oefeningen van vroomheid geheel of gedeeltelijk in de plaats te stellen van vasten en onthouding. Zo onthouden velen zich van een bepaalde luxe of gewoonte, zoals roken, televisie kijken, snoep of alcohol nuttigen. Vaak wordt geld dat zo wordt uitgespaard, bestemd voor een goed doel.
“Breken met vaste patronen en inniger leven met God”
Breken van vaste patronen en inniger leven met God kunnen speerpunten zijn in de vastentijd. Wat ga je loslaten?, wat is een slechte gewoonte?, ga je vasten op voeding?, hoe ga je de veertigdagentijd invullen? en/of ga je sparen om anderen te helpen? Allemaal vragen waarop bezinning mogelijk is. Bedenk hierbij dat je op zondagen je vasten mag onderbreken. Ze tellen niet mee met de veertig dagen. De wijsheid hierachter is dat je niet te fanatiek wordt, maar oefent in doen en loslaten.
“Wees goed voor elkaar en vol medeleven, vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft”